Ga naar de inhoud

De auteur

Ko Ellinghaus
Ko Ellinghaus © 2020

Een interview met Ko Ellinghaus

Wanneer kreeg je het idee om boeken te schrijven?

Ik had al langer het idee om boeken te schrijven. Maar om te starten moet je toch over een drempel heen, vooral tijd hebben en niet teveel op de klok willen kijken.
Voor de publicatie van mijn eerste thriller heb ik eens meegedaan aan een NCRV kerstverhalenwedstrijd. Mijn verhaal ‘Jackie’ was één van de vier genomineerde verhalen en is later door ‘Man bijt hond’ voor de televisie verfilmd. Ook dat heeft meegeholpen om uiteindelijk de stap naar het schrijven van een boek te zetten.

Hoe ontstaat het idee voor een boek?

Hoe het idee precies ontstaat is voor mij ook niet even helder. Kennelijk is er iets dat mij triggert en tot nadenken aanzet en dan ontstaat het verhaal spontaan in mijn hoofd. Tijdens het schrijven ontwikkelt het zich verder. Soms gaan personen een kant op die voor mij ook onverwacht is, hoe gek dat ook klinkt. Sommige figuren worden belangrijker en anderen verdwijnen naar de achtergrond.

Kijk je veel naar wat je collega schrijvers doen?

Ik ben geïnspireerd door schrijvers zoals bijvoorbeeld Harlan Coben en James Patterson, maar heb niet alles van ze gelezen. Ik wil ook geen kopie zijn, maar de vlotte stijl en de plotwendingen spreken me aan. Ik lees nooit boeken van Nederlandse thrillerschrijvers, niet omdat ik niet geïnteresseerd ben in wat ze schrijven, maar omdat ik me niet wil laten beïnvloeden. Het komt te dichtbij voor mijn gevoel en ik wil in dat opzicht fris blijven. Het is net als met muziek. Je hebt ooit een melodie gehoord en jaren later schrijf je een muziekstuk dat daar verdacht veel op lijkt, zonder dat je het zelf door hebt.

Je zegt dat je de tijd moet nemen om te schrijven. Hoe vind je er tijd voor?

Dat is een kwestie van prioriteiten stellen. Je moet er tijd voor vrijmaken, anders gaat het niet. Het is niet alleen het schrijven, maar er gaat ook veel tijd zitten in onderzoek.

Je boeken spelen zich af tegen diverse achtergronden. In je debuutroman komen veel voertuigen voor, zoals auto’s en boten. Had je die kennis al of moest je daar veel voor uitzoeken?

Als het over de voertuigen gaat had ik al wel wat kennis. Zolang ik mij kan herinneren ben ik geïnteresseerd in alle soorten auto’s. Vond het dan ook leuk om het te verwerken in mijn boek. Als je in Dordrecht bent opgegroeid heb je automatisch iets met boten. Prachtige havens, veel beroepsvaart en pleziervaart. Ik ben zelf een echte liefhebber van de Wadden, daarom heeft dit een plaats in mijn boek Witte Duisternis gekregen. Maar ik heb ook veel moeten uitzoeken, bijvoorbeeld over de drugscultuur en de drugssmokkel. Het verhaal is verzonnen, maar raakt de werkelijkheid. Voor De Terugkeer van Lydia heb ik me ook in veel onderwerpen moeten verdiepen, zoals de Abdij in Brecht en het kloosterleven daar.

Heb je plezier tijdens het schrijven of denk je af en toe ‘waar ben ik aan begonnen’?

Ik denk nooit ‘waar ben ik aan begonnen’. Het schrijven is toch zoiets als een ontdekkingsreis die eindigt bij de laatste zin. De zaken eromheen zijn soms wel wat taaier om doorheen te komen, zoals het controleren, controleren en nog eens controleren. En dan nog kan er een foutje ergens staan. Maar ook dat hoort erbij.

Hoe zit het met de ideeën nu je meer boeken geschreven hebt. Is er nog meer of is het nu zoeken naar een onderwerp?

Oh nee, ideeën genoeg. Ik ben alweer bezig met een volgend boek begonnen en het boek daarna zit ook al te dringen, maar het proces kost tijd, dus het laat nog even op zich wachten.